Curling: Wie wordt Winterrover?

Curling: Wie wordt Winterrover?
 

In de strijd om de Winterrover staat het laatste evenement op het programma. In Zuid-Korea bepaalt het WK Curling voor dames welke Rover er uiteindelijk met de titel aan de haal kan. Wilko Smit en Ilja Flem hebben vooralsnog de beste papieren.

In de strijd om de Winterrover zijn alle ogen gericht op Wilko Smit die met nog een winterevenement te gaan de lijst aanvoert samen met Ilja Flem. Alleen nog het wereldkampioenschap Curling voor dames staat op het programma en is mogelijk goed voor nog twee dure punten. Zowel Wilko als Ilja zouden hiermee op een niet te achterhalen totaal van vier punten komen. Juist voor Wilko komt het er nu op aan. Was het niet de man uit Hellevoetsluis die met Curling als inzet voor het programma van deze jaargang zijn derde deelname veilig wilde stellen. Nu is het aan hem om te bewijzen dat zijn dreigementen niet voor niks waren. Het lijkt een uitgemaakte zaak dat de titel Winterrover gaat naar de ex-marinier.

Waar Wilko zijn voorliefde voor het spelletje vandaan haalt, is een raadsel. Voor de leek zien die dames die als malloten met bezems op het ijs vegen er een tikje vaag uit en lijkt ook hun functie verre van duidelijk. Zou het niet gewoon makkelijker zijn als iedereen zonder extra veegpartijen werpt. De omstandigheden zijn dan ook voor ieder gelijk. De ervaren kijker weet wel beter en zal deze veronderstelling net zo erg vinden als de reguliere voetballiefhebber de uitleg van buitenspel.

Een curlingwedstrijd wordt gespeeld door twee ploegen van vier spelers. De ‘aanvoerder’ van een ploeg, de skip, zet de te volgen strategie uit en bepaalt in overleg met de andere spelers hoe de stenen moeten worden gespeeld. Elke ploeg heeft acht stenen, van graniet en ca. 20 kg zwaar, met een handvat. De curlingbaan (curling sheet) is een ijsbaan van ca. 42,5 m lang en 4,3 m breed. Vór de wedstrijd wordt op het ijs een fijne spray van waterdruppels gespoten die onmiddellijk aanvriezen. Dit vergemakkelijkt de loop van de stenen en geeft hen een voorspelbare baan.

De wedstrijd bestaat uit een aantal ‘ends’ (in competitieverband 10 ends, 8 ends voor junioren). In elk end spelen de teams om en om hun acht stenen, elke speler twee stenen, vanaf het ene einde van de curlingbaan naar het ‘huis’ aan de overzijde; dit zijn de gekleurde cirkels op het ijs. Door bij het loslaten van een steen er een draaiende beweging aan te geven, kan men de steen een licht gebogen baan geven. Deze draaiing heet de curl van de steen. De spelers van elk team hebben ook een bezem om het ijs juist vór de steen te vegen en zo de baan van de steen te beïnvloeden en te verlengen indien nodig.

De bedoeling is dat op het einde van een end een aantal stenen van het eigen team dichter bij het midden van het huis (de dolly) ligt dan de stenen van de tegenpartij. Voor elke steen die dichterbij de dolly ligt dan de dichtst bij de dolly liggende steen van de tegenpartij krijgt men én punt. De kleuren van de cirkels hebben geen betekenis, deze bestaan alleen om makkelijker te kunnen zien hoe stenen ten opzichte van de dolly liggen. Gelijkspel bestaat in curling niet. Is er na 10 ends een gelijke stand, dan wordt er een extra end gespeeld.

Gepubliceerd op 19/03/2009
Aangepast op 19/03/2009
Auteur: Roversnest