Kees Boshuijer debuteerde vorig jaar in de jacht naar de Glazen Bol. En niet onverdienstelijk. De Delftenaar was lang in de race voor de hoed en veroverde in februari de Olympische titel. Een etentje bij een Grieks restaurant was de beloning. Kees doet verslag…
Rovers! Afgelopen zaterdag heb ik eindelijk mijn prijs voor de Olympische Rover verzilverd, een etentje bij een Grieks restaurant naar keuze. Samen met mijn lieftallige vriendin Jantine ben ik de Delftse binnenstad ingegaan op zoek naar de geschikte uitspanning. Na een behoorlijke wandeling, de meeste Grieken hebben kennelijk in tegenstelling tot hun landgenoten in het vaderland weinig last te hebben van crisis, want alle Griekse restaurants bleken stijf vol gereserveerd. Uiteindelijk kwamen we terecht bij ‘De Kleine Griek’. Een restaurantje dat zich specialiseert in Mezethes, de Griekse tegenhanger van Spaanse Tapas. “Da’s weer eens wat anders”, vertelde kelner Nikos.
Na de gebruikelijke shot Ouzo gingen de kaarten open. Een heuse reis door de rijke, culinaire geschiedenis van het land der herenliefde volgde. Als ‘vis-vegetariër’ was ik vooral geïnteresseerd in de schatten uit de Egeïsche Zee. “Inktvis en sardines op typisch Griekse wijze bereid”, natuurlijk Nikos, “doe nog maar wat wijn.” Oude verhalen werden opgehaald terwijl de vorkjes, als ware het een Olympische discipline, van schaal naar schaal dansten. We lieten het ons goed smaken en om het feest compleet te maken, sloten we de avond af met Griekse yoghurt en een Hollands bakkie. Met dank aan het roversnest, een topavond!
Na dit geslaagde uitstapje gingen we verzadigd en een tik aangeschoten richting huis. De werd wekker gezet om op tijd wakker te zijn voor de ontknoping van het WK wielrennen. Klaar om Gilbert live wereldkampioen te zien worden en daarmee de eerste punten van een nieuw roversjaar te pakken. Wakker geworden, 11 uur, kut, toch verslapen. Winnaar? Hushovd? 20 punten? Kalimera…