Komende week liggen in Kopenhagen regenboogtruien klaar voor de beste wielrijd(st)ers ter wereld. Op zondag het hoofdgerecht: de wegwedstrijd voor mannen over 266 nagenoeg vlakke kilometers. Wordt een sprinter of een aanvaller wereldkampioen wielrennen?
Komende week liggen in Kopenhagen regenboogtruien klaar voor de beste wielrijd(st)ers ter wereld. Op zondag het hoofdgerecht: de wegwedstrijd voor mannen over 266 nagenoeg vlakke kilometers. Wordt een sprinter of een aanvaller wereldkampioen wielrennen? Vorig seizoen verlamde deze vraag het roverspeloton. Paul Steijger pakte met Thor Hushovd de volle mep. Iedere rover sprak er schande van dat de mondiale titel voor de Noorse hardrijder 20 punten waard bleek te zijn. Steijger lachte in zijn vuistje en legde de basis voor zijn tweede succesvolle jacht naar de Glazen Bol.
In de Deense hoofdstad ligt een niet zo moeilijk parcours te wachten. De heuvels zijn niet hoog, de te overbruggen hoogteverschillen niet groot, maar er wordt wel een slijtageslag verwacht. Veel bondscoaches hebben beloofd niet te zullen wachten tot de finale. De koers zal hard worden gemaakt om vooral Mark Cavendish, de absoluut snelste sprinter ter wereld, kapot te maken. De Brit van the Ile of Man moet worden gesloopt, het snot voor de ogen worden gefietst. Kunnen de Britten het peloton bijeen houden? Of rijdt een grote kopgroep zonder Cav naar de finish? Of slaat een pure klasbak in de finale een beslissende kloof? Zondag gaan meer dan 200 renners van start, bijna allemaal met een droom. De droom om een jaar in de regenboogtrui te mogen fietsen. Vraag 6 alweer! Succes.
Bij deze wil ik mijn collega daar hartelijk voor danken.