Askold, Dir en de sneeuwlopers

Askold, Dir en de sneeuwlopers
 

Op de laatste dag van de Olympische Spelen binden de langlaufers nog een keer de latten onder. Voor een marathon over 50 kilometer, klassieke stijl. De Noren zijn favoriet voor goud, maar Kris Freeman heeft het echt voor elkaar…

Een marathon op lange latten. Lopen door de sneeuw, een heuvel op, glijden naar beneden, in de verte schiet een konijn weg tussen de dennenbomen. De kou slaat op de longen, de ademhaling ging al veel te snel, maar nu het pad omhoog loopt, begint het lichaam wel heel erg te protesteren. Het parcours is vijftig kilometer lang, het hart bonkt twee uur maximaal. Is er nog energie voor een eindsprint? Stokken in de lucht, de coördinatie met de ski’s klopt niet meer helemaal, dan is daar eindelijk de finish. De langlaufers laten zich vallen in de sneeuw. Geen eentje uitgezonderd. Slijmdraden hangen aan de kin, de ribbenkast schokt alle kanten op, ongecontroleerd hijgen. “Zuurstof, zuurstof”, schreeuwt het lichaam. “Een kop warme chocolademelk met slagroom”, denkt het publiek. Of een Jägermeister. Of Glühwein misschien.

De Noren zijn er gek op. Op alcohol en langlaufen. Jezelf pijn doen in de sneeuw, het liefst met een geweer op de rug. Iedere vier jaar wordt reikhalzend uitgekeken naar de sneeuwlopers. Een Noor die een gouden medaille wint bij het langlaufen of op de biatlon verdient net zo veel respect als de Vikingen Askold en Dir in de achtste eeuw. Langlaufer Björn Daehli is de grootste held van Noorwegen. Met acht gouden medailles en vier zilveren is hij nog altijd de meest succesvolle wintersporter aller tijden. Biatleet Ole-Einar Björndalen doet het met vijf gouden en drie zilveren medailles iets rustiger aan, maar ook hij heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten. Dit jaar zijn de Noren opnieuw favoriet voor goud op het koningsnummer. Iedere Noor maakt een goede kans, maar Petter Northug beschikt over de beste papieren. Het parcours in Vancouver is niet overdreven zwaar, er wordt een omvangrijke kopgroep aan de finish verwacht en de regerend wereldkampioen beschikt over de sterkste eindsprint.

Kris Freeman denkt er anders over. De beste Amerikaanse langlaufer van de laatste decennia betwijfelt of het parcours niet zwaar genoeg is. “In januari 2009 won Pietro Piller Cottrer een 30 kilometer testrace in Vancouver. Hij kwam alleen aan de finish. Er moeten hellingen in het parcours zijn die dat mogelijk maakt.” Een Amerikaan die aan langlaufen doet. Het moet een wereldreiziger zijn, een einzelgänger die niet voor basketbal, honkbal of ijshockey heeft gekozen. Een individuele sporter die zijn lichaam beschouwt als zijn tempel, die naar Scandinavië reist voor een trainingskamp. In de Noorse bossen zijn tent opzet en rond een knetterend kampvuur spannende verhalen vertelt aan nieuwsgierige meisjes. Hij haalt zelfs een oude gitaar te voorschijn, de snaren niet op juiste spanning, maar zijn stem maakt alles goed. Hij zingt ‘Wash’ van Eddy Vedder, vertederend zacht en uiteraard de akoestische versie. De meisjes trekken de muts ver over de oren, kruipen aan weerszijde lekker tegen Kris aan en doezelen weg. De vaseline op de lippen glanst in de avondzon, de takjes knakken in het kampvuur. Morgen weer vroeg op!

Gepubliceerd op 12/02/2010
Aangepast op 12/02/2010
Auteur: Roversnest