Climax Primera División

Een late goal, van wie anders dan Luis Suárez, bracht Atlético Madrid terug in poleposition. Real Madrid koesterde in de voorlaatste speelronde een minimale voorsprong tegen Atletic Club Bilbao en mocht lang hopen op een misstap van de aartsrivaal. Uiteindelijk wonnen beide Madrileense grootmachten in het voetbal en zo zal Atlético met 2 punten voorsprong de laatste speelronde in gaan.

De rivaliteit tussen de twee clubs zal aanstaande zondag (23 mei) tot een nieuw kookpunt stijgen. Real en Atlético zijn al sinds de jaren 20 van de vorige eeuw elkaars grootste vijanden. In alles zijn het dan ook tegenpolen. Rijk tegen arm, rechts tegen links, wit tegen gekleurd, Koninklijk tegen van oorsprong Baskisch. Groter kan de tegenstelling niet zijn. We gaan terug naar het begin van de twintigste eeuw.

Madrid Football Club (opgericht in 1902) wist de machtigste club van de Spaanse hoofdstad te worden door overnames en fusies. Clubs die niet wilden fuseren werden leeg geroofd door de beste spelers een contract aan te bieden. Er was een club die zich niet liet omkopen: Atletic Club Madrid (opgericht in 1903). Dankzij financiële steun van de Baskische vader Atletic Club Bilbao kon de verleiding worden weerstaan.

Toen in 1920 Madrid FC koninklijk werd onderscheiden en zich als favoriete club van de koning Real Madrid mocht noemen, liepen veel supporters over. De jongens van de straat hadden niet zo veel op met de elite. Atlético ontvingen destijds de overlopers met open armen en wanneer de spanning oploopt wordt er nog altijd geroepen: “Real, Real. El equipo del gobierno, la vergüenza del país’ – ‘Het team van de regering, de schaamte van het land’ -.

In 1939 werd Atlético voor de eerste keer kampioen van Spanje. Tot groot verdriet van de regering. Toenmalig Atlético-coach Ricardo Zamora belandde zelfs in de gevangenis omdat hij een communist zou zijn. De kloof tussen beide clubs werd politiek nog groter toen Real in de jaren 50 een aantal Europa Cups wist te winnen. De triomfen werden door het Franco-regime gebruikt als propaganda in een tijd dat Spanje internationaal geïsoleerd was geraakt.

In de jaren 70 kreeg de tegenstelling tussen beide ploegen een nieuwe wending. De supporters van Real noemde hun rivalen ‘Indios’, een verwijzing naar de vele Latijns-Amerikaanse spelers die voor Atlético speelden. Een bijnaam die vandaag nog steeds door de tricolores met vreugde wordt gedragen. Real was in die tijd niet gecharmeerd van niet-blanke spelers. President Santiago Bernabéu weigerde zelfs de Portugese ster Eusébio eind jaren zestig te contracteren. “Mientras yo viva, aquí no jugará ningún negro ni un blanco con bigote” – ” Zolang ik leef, zal hier geen zwart of met een snor spelen”-

Beide clubs troffen elkaar 227 keer. Real won 112x, Atlético won 56x. Real wist de Spaanse titel 34 keer te winnen (laatste in 2019/2020), Atlético was 10x de beste in La Liga (laatste keer 2013/2014). Na 37 wedstrijden is dit seizoen het verschil slechts 2 punten. In de laatste speelronde ontvangt Real Madrid de jongens van Villareal die nog in de race zijn voor een ticket Europa League. Atlético neemt het op tegen het tegen degradatie vechtende Vallodolid.

We vragen 3 toto-uitslagen. Celta de Vigo-Real Betis is de derde wedstrijd. Celta is bezig aan een indrukwekkende reeks, de laatste 5 wedstrijden werden gewonnen. Geen enkel andere club is dat in Spanje gelukt. Real Betis heeft een overwinning hard nodig want zij zijn nog nadrukkelijk in beeld voor Europees voetbal volgend seizoen.

Alleen alle drie goed voorspeld levert punten op.